boek

Door Eline
Plaats reactie
Gast

boek

Bericht door Gast » 08 feb 2018, 19:22

Proloog

Het was ‘s nachts. We moesten onze afspraak wel ’s nachts houden sinds HIJ terug was. Voetstappen in de gang. Ik stak een fakkel aan. ‘Wie is daar?’ Iemand legde een hand op mijn schouder, en in verassing trok ik mijn dolk, draaide me om en legde het tegen de keel van de onbekende. Toen pas had ik door dat ik in het grijnzende gezicht van een heel bekende keek, die zei: ‘Ik ben het maar, Eline.’ ‘Waag het niet om me nog zo eens te besluipen!’ ‘Overdrijf je nu niet een klein beetje?’ ‘Excuus. Ik ben gewoon een beetje gespannen sinds HIJ weer terug is. Heb je het gevonden?’ ‘Ja. Het lag precies waar je zei dat het zou liggen. Hoe wist je eigenlijk dat het daar lag?’ ‘Omdat ik het daar zelf zal verstoppen.’ ‘Juist. Waarom is dit boek zo belangrijk?’ ‘Dat zul je nu zien.’ Ik legde het boek op het tafel neer, en ik maakte de twee gouden sloten van het boek open. Langzaam draaide ik de kaft om, en op de eerste bladzijde stond… niks? Maar daarna lichtte het hele boek op in een gouden licht, en in datzelfde licht verscheen de volgende tekst:
Ga op zoek naar de Verloren Twaalf
Zij zijn de enigen die de vijf stenen kunnen vinden,
En ze terug samen binden.

Ga op zoek naar de Verloren Twaalf
Leer ze wat ze moeten weten
En dingen zullen terugkeren die waren vergeten

Zoek de Vuurmeesters, de Waterbestuurders, de Aardebezweerders, en de Luchttemmers
Maar vergeet niet de belangrijkste,
De Erfgenamen van de Ether, die houden alles saam
Bind de vijf stenen vast in ether’s naam.

Voor de twee in’t vermiljoen, pas op voor het ijskoud vuur, dat in’t verraderlijk hart brandt.
Voor de twee in’t groen, pas op voor de boom van het kwaad die zijn zaadjes in ieders hart plant
Voor de twee in’t blauw, pas op voor het gezang van de blinkende rivier
Voor de twee in’t grauw, pas op voor de naiade wiens kracht gevaarlijk is voor lucht als geen ander hier
Voor de twee van de uitgeblazen kaars , hun lot is beslist, de dood heeft zijn kant gekozen
Voor de twee in’t paars, achtmaal pas op, voor hen die wraak in hun hart laten verpozen

Allen zullen tegenover hetzelfde gevaar staan,
En allen zullen het weerstaan.

Ik zuchtte van opluchting. ‘Ik was bang dat zij hetzelfde lot zouden ondergaan als de eerste twee.’ Plots verscheen er een laatste zin, die mij deed wensen dat dit alles een droom was:
Maar dat alles heeft een prijs…. Ben jij bereid hem te betalen?



Negen zwarte beddenlakens en een blauwe wervelwind

Kory

Réngkedéngdeng. Dat was het geluid van de metalen bloempot die omviel. ‘Stil, Kory, of wil je soms dat we weer betrapt worden, net zoals twee weken geleden, toen we alleslijm op de bureaustoel van directeur wilden smeren, en hij ons betrapte.’ Mijn broer Wesley keek me even woedend aan als onze twee andere metgezellen. ‘Nee, natuurlijk niet.’ ‘Mooi. En wees in het vervolg iets minder onhandig.’ Ik was het incident waar mijn broer op doelde niet vergeten. We hadden toen een hele week papier moeten prikken. En toen onze rivalen dat eenmaal door kregen, lieten zelfs de milieubewuste jongens hun vuil rondslingeren. En dat alles omdat ik een doos potloden had omgestoten. Ik ben nu eenmaal niet de meest handige. Dat was waarschijnlijk de reden waarom mijn broer me het liefste thuis had gelaten bij deze onderneming. Maar dat kon hij niet doen omdat ik hem had gered na een van zijn “projectjes” . We waren op weg om ons favoriete slachtoffer, Eline, van haar geschiedenishuiswerk te ontdoen. Eline was een meisje dat alleen op dit internaat was gekomen, vanwege een sociaal project, waarbij minderbedeelde gehandicapte kinderen een betere kans kregen op een nieuw leven, aldus die sociale werkster. ’T zal wel. Doordat ze hier niet zomaar was, sloofde ze zich altijd uit om goede cijfers te halen, anders dan de rest hier. Dus poogde wij haar een beetje dwars te zitten. Een klein beetje maar. We waren ondertussen al bij de meisjes slaapzaal aangekomen. Daar zagen we dat we een klein probleempje hadden. Eline zat bij het bureau aan de deur haar huiswerk te maken. Dus gingen we even in de studiezaal naast de meisjes zaal om onze tactiek te bespreken. Toen was het geluk aan onze kant, want Eline verliet de kamer en omdat ze op krukken liep, duurde het nogal lang, en liet haar huiswerk onbemand achter. Wat een buitenkansje! Wesley glipte de studiezaal uit, en scheurde de bladzijdes huiswerk uit het schrift, en kwam binnen de twintig seconden weer terug. We glipten terug naar de jongens slaapzaal, waar iedereen van onze bende het huiswerk overschreef. Ik pakte mijn ketting vast. Dit voelde niet goed. Toen was het tijd voor de les geschiedenis. Eline kwam binnen, en volgens mij had zij niet door dat haar huiswerk verdwenen was. Meneer Vink kwam 10 minuten laat, zoals altijd. ‘Kory, wil jij de huiswerkblaadjes ophalen?’ ‘Natuurlijk, meneer.’ Eline begon in haar tas te rommelen. ‘Wat is er, Eline?’ ‘Ik kan mijn huiswerk niet vinden, meneer. Mag ik op mijn kamer kijken of ik het daar heb laten liggen?’ ‘Niet gemaakt, zeker? Dit is al de vijfde keer deze maand. Je mag een week koken in de kantine.’ ‘Maar…’ ‘Niks te maren, of moet ik er twee weken van maken.’ ‘Nee, Meneer.’ ‘Zo mag ik het horen. Sla jullie tekstboek maar open op pagina 37.’
In de pauze zat Eline in haar geheime, afgezonderde hoekje, achter de bosjes van het voetbalveld. Slim, maar niet zo slim als een van haar andere verstopplekken. Het had ons maanden geduurd om die plek uit te vogelen. Tot nu toe hadden we niet laten merken dat we haar verstopplekken kenden, maar was het tijd om daar verandering in te brengen. Eline stond net op toen onze bende haar van alle kanten omsingelde. Wesley nam als eerste het woord. ‘Welwel, kijk eens wie we daar hebben.’ Bernard, Wesley’s eerste luitenant, ging verder, terwijl we allemaal langzaam dichterbij kwamen. ‘Is dat niet diegene die alweer haar huiswerk niet heeft gemaakt?’ ‘Ja,’ zei Wesley, ‘En dat is niet goed voor de reputatie van onze school.’ Eline antwoordde spottend. ‘Weet je zeker dat je niet jullie eigen reputatie bedoelt?’ ‘Ook. Maar het punt is, wij kunnen geen slechte leerlingen op onze school veroorloven.’, zei Wesley, terwijl hij voor Eline was gaan staan. ‘O, dus nu is het jullie school? Volgens mij, klopt daar niets van.’ ‘Dan vergis je je.’ Hij knikte naar zijn luitenanten, die Eline bij haar armen beetpakten, en haar op de grond duwde, zoals de politie met een misdadiger deed. Wesley hurkte, en fluisterde, nauwelijks hoorbaar, ‘Weet je, Eline, deze keer ben je te ver gegaan.’ Eline had geluk dat op dat moment er iemand Eline’s naam riep. Wesley hing alleen Eline’s krukken aan de onderste tak van de boom, zo’n metertje boven de grond, en de hele bende ging ervandoor. Maar om de een of andere reden bleef ik staan. Ik was het er niet mee eens wat mijn broer gedaan had. Ik pakte de krukken, en legde ze bij Eline neer. Eline zei ‘Er zit een goed mens in je. Je hoeft niet met je broer’s bende mee te doen.’ ‘Reken er maar niet te veel op.’ bromde ik, waarna ik er ook vandoor ging. Mijn broer wachtte mij op bij de deur van de jongens slaapzaal, en hij keek niet blij. ‘Waar was jij?’ Ik raakte verdwaald.’ Mijn broer trok een wenkbrauw op. Een klein ding, ik kan totaal niet liegen. ‘Oké, ik heb alleen Eline haar krukken teruggegeven.’ ‘Alleen haar krukken teruggegeven? Waarom verraad je ons niet gewoon meteen bij de directeur?’ Wesley keek teleurgesteld ‘Ik dacht je bij ons wilde horen, Kory. Maar misschien heb ik me vergist.’ ‘Nee, nee, ik wil er echt bij horen.’ ‘Mooi. Om je te bewijzen moet je een nieuwe streek uitvoeren bij Eline.’ ‘Maar…’ ‘Wil je erbij horen of niet?’ ‘Ja, broer.’ ‘Goed. We laten je het weten wat en wanneer je het moet uitvoeren. Tot dan.’ Toen had ik gek genoeg spijt dat ik gezegd had dat ik het zou doen. Gek genoeg had ik medelijden met Eline, en had ik het gevoel dat ik haar moest beschermen.

*******************
Eline
Ik wachtte achter de bosjes op mijn afspraak. Een figuur glipte achter de bomen langs, en alleen als wist dat hij er was, zag je hem. Hij deed de kap van zijn mantel af. ‘Hallo, Eline.’ ‘Hallo. Goed je weer te zien, Astergard.’ ‘Hebben ze iets door?’ ‘Nee. Althans, Wesley niet. Die gelooft nog steeds het verhaaltje. Maar Kory, ik geloof dat zijn leiderskwaliteiten beginnen door te komen.’ ‘Denk je dat hij de Negen zal aantrekken?’ ‘Voorlopig niet. Maar als meer eigenschappen ontwaken, denk ik dat hij niet veilig zal zijn. Het grootste probleem is als hij zijn rechtvolle plaats gaat opeisen.’ ‘Hoeveel tijd heb je nog?’ Ik keek hem in zijn ogen en zei, ‘Twee weken, als we geluk hebben.’ ‘En als we geen geluk hebben?’ ‘Ieder moment.’ ‘Ik zal de Negen schaduwen, en je bericht sturen als ze het portaal doorgaan.’ ‘Dank. Wees voorzichtig.’ ‘Altijd.’ Hij glipte terug de schaduwen van het bos in, en verdween. Ik bleef achter met het gevoel dat er iemand was. Dat er Negen waren. Ik schudde het gevoel af, en ging terug het gebouw in, waardoor ik negen paar ogen miste.

********************
Kory

‘Het idee is heel simpel, Kory. Je gaat overal roepen dat er brand is, en wij versterken dat idee nog een beetje met wat rookbommetjes. Als het goed is rent iedereen de school uit, en kun je de meisjes slaapzaal, als je alles goed doet, gewoon binnenlopen. Dan naai je de deken en beddenlaken…’ ‘Dekbedhoes en matrashoes.’ Wesley keek me ongeïnteresseerd aan. ‘Whatever. Die twee naai je aan elkaar, en giet je deze stroop ertussen. Ook vervang je het touwtje van de lichtknop door een touwtje dat een waterballon kapotmaakt als je aan het touwtje trekt. Begrepen?’ ‘Ik ben onhandig, niet dom. Is deze streek trouwens nu niet wat overdreven?’ ‘Had je maar niet onze vorige streek moeten verpesten.’ siste Wesley. ‘Wow, broer, beetje rustig,’ Ineens voelde ik een emotie die ik nog niet had gevoeld: autoriteit. ‘Waarom zou ik eigenlijk naar jou luisteren? Volgens mij ben jij alleen de baas, omdat niemand jou durft tegen te spreken.’ Wesley liep rood aan van woede. ‘Durf jij mijn zeggenschap te betwisten?’ ‘Ja. Het moet maar eens afgelopen zijn met mensen onderdrukken.’ ‘Waar is mijn broer gebleven, die alles deed wat ik zei?’ ‘Verdwenen. Wanneer draag je je leiderschap nu eens over?’ ‘Nooit! En helemaal niet aan zo’n slappeling als jij. Als het aan jou ligt zouden we zo’n zachtmoedig stelletje worden, die alleen maar aan liefdadigheid doen.’ ‘Dat is nog altijd beter dan een tirannie, waarbij je reputatie gebouwd is op gemene streken.’ ‘Nu is het genoeg! Ik stel voor dat we het uitvechten, eens en voor altijd.’ ‘Prima. Wat stel je voor?’ ‘Worstelwedstrijd. Morgenmiddag, 15.00.’ ‘Deal. En geen gemene streken.’ ‘Akkoord.’ Wesley stoof de kamer uit, en zijn luitenanten volgden hem.

**************
Eline

Niemand had door dat ik het hele gesprek had gehoord. Ik legde een link met Astergard. ‘Astergard, we hebben een probleem.’ ‘Hoezo?’ ‘Kory heeft zijn leiderskwaliteiten echt ontplooid. Hij en Wesley hebben morgenmiddag een gevecht afgesproken.’ ‘Dat is een groot probleem. Denk je dat de Negen zullen komen?’ ‘Ja. Sterker nog, ik denk dat ze er al zijn.’ ‘Heb je hulp nodig?’ ‘Nee, maar blijf bereikbaar.’ ‘Maar natuurlijk. Tot morgen.’ ‘Als we er morgen nog zijn, tenminste.’ zei ik tegen mezelf.

**************
Kory

Ik ging die nacht slapen met een wrang gevoel. Was dit wel een goed idee? Toch ging ik slapen met het gevoel dat morgen mijn hele leven stond te veranderen.
Het nieuwtje had zich als een lopend vuurtje door de school verspreid. Bernard had zelfs een weddenschapskantoortje opgezet. Ik wist niet wat ik ervan moest denken dat bijna niemand op mij had gewed. Toen hoorde ik iemand mijn naam fluisteren. Ik volgde de stem. In de bosjes zag ik Eline. ‘Heb jij me geroepen?’ ‘Ja. Las de wedstrijd alsjeblieft af.’ Eline keek me smekend aan. ‘Je bent in groter gevaar dan je denkt.’ ‘Is dit soms een of ander trucje van mijn broer? Maak je soms misbruik van mijn medelijden?’ ‘Nee, ik…’ ‘Laat maar, ik wil het niet eens weten. Maar de wedstrijd gaat door, of je het leuk vindt of niet.’ Ik rende weg. Wat dacht ze wel niet? Ik rende door naar het voetbalveld, waar Wesley me opstond te wachten. ‘Ha, Kory, ik dacht al dat je niet meer zou komen.’ ‘Ik ben er toch?’ gromde ik. ‘Laten we maar gewoon beginnen, Wesley.’ ‘Mij best.’ Bernard was scheidsrechter. ‘Klaar voor de start? Af!’ Wesley vloog meteen op me af, en probeerde me op de grond te dwingen.
Toen zag ik in mijn ooghoek verschillende zwarte dingen. Ik was net bezig aan het winnen, toen ik een hand op mijn schouder voelde.
Een hand met een metalen handschoen? Ik werd van Wesley af getrokken, door een wezen gekleed in een zwart beddenlaken. En ergste was dat er negen van die beddenlakens waren. Dat wezen tilde me omhoog, en het trok zijn zwaard. Deze dag werd raarder en raarder. Wesley was ook al opgetild door zo’n ding. Een van hen, ik weet niet welke, sprak met een ijle stem. ‘Koriandryn. Weylyn.’ Ik had geen idee waar het ding het over had. Plots viel het ding in scherven uiteen. Ik viel op de grond. Iemand in een bruine mantel met kap, en een zwaard, hielp me overeind. ‘Alles goed?’ ‘Ja, prima.’ Ik stond op en klopte het vuil van mijn broek. ‘Maar wie ben je?’ ‘Alles op zijn tijd. Laten we het eerst eens wat rustiger maken.’ De vrouw in de mantel doorboorde het beddenlaken dat mijn broer vasthield. Ineens waren er weer negen dingen. (Ik moet echt een andere term voor die dingen (zucht) verzinnen.) Ik zag een vuurbal voorbij vliegen, afgevuurd door de vrouw. Ze wenkte ons twee. ‘Vlug, volg mij.’ ‘En de andere kinderen?’ ‘Ze zitten achter ons aan. Als wij weggaan is de rest veilig.’ We renden het bos in, en we stopten bij een grote eik. De vrouw legde haar hand op de boom, en er verscheen een deur in de boom. Ze liet ons voorgaan, en volgde toen pas. Toen we door de deur waren, was het schoolgebouw verdwenen. Ook hadden we plots zeer ouderwetse kleren aan. ‘Waar zijn we?’ vroeg ik. ‘In Middel-Aarde.’ ‘We zijn in een boek?’ vroeg Wesley. ‘Zo kun je het ook noemen.’ ‘Dus die beddenlakens waren Nazguls.’ concludeerde ik. ‘Ja. En voordat je het vraagt, we zijn ongeveer 3600 jaar na de val van de ring.’ Dat was inderdaad mijn volgende vraag geweest. ‘Maar die dingen waren toch verdwenen na de val van de ring?’ ‘Ja. Maar zolang het kwaad in jullie wereld nog bestaat, bestaat het kwaad ook hier.’ ‘Wie ben je?’ ‘O, jullie kennen me al.’ Ze deed haar kap af. Dat leek wel Eline, maar dan twintig jaar ouder. ‘Eline?’ ‘Zeker. Hebben jullie enig idee hoeveel streken ik heb moeten verdragen?’ ‘Sorry, als we het hadden geweten..’ ‘Als jullie het hadden geweten waren ze veel eerder gekomen.’ Ik merkte dat Eline geagiteerd begon te raken. Ik besloot een ander onderwerp aan te kaarten. ‘Wanneer gaan we terug?’ Eline kreeg een het-spijt-me blik in haar ogen. ‘Jullie kunnen niet terug.’ ‘Waarom niet?’ vroeg Wesley. Hij begon aan zijn ketting te prutsen.‘Het is onze wereld, onze ouders leven daar, ze zullen zich zorgen maken.’ ‘Omdat dat jullie wereld niet is. Jullie zijn hier geboren. Jullie kunnen niet terug.’

Vuurmeesters

Wesley

‘Wat?’ vroeg ik. ‘Leven onze ouders hier?’ ‘Nee. Ze zijn al een hele tijd geleden gestorven. Het spijt me.’ Kory ging zitten. Hij was de eerste om weer te spreken. ‘Hoe? Waarom? En hoe kwamen we op aarde?’ ‘Er was een profetie, ongeveer 2000 jaar geleden. Er zouden twaalf kinderen worden geboren, twaalf magiërs, twee voor elk element. Jullie zouden de wereld redden, of in schaduw hullen. Toen jullie net geboren waren, heeft Sauron jullie gestolen. Ik kwam jullie meteen achterna. Maar Sauron had jullie al naar een andere wereld gebracht. Ik vond een plan waarop stond dat jullie op aarde waren, maar ik had geen welke plaats of welke tijd jullie waren. Maar nu heb ik jullie gevonden.’ ‘Het hoeveelste duo zijn we?’ ‘Het tweede. En kom maar gauw mee, voordat we Nazguls op ons dak krijgen.’ We rende naar de rand van het bos. Kory herkende het bos meteen. ‘Demsterwold.’ ‘Klopt. Er zijn twee regels, raak de webben niet aan…’ ‘En blijf op het pad.’ vulde Kory aan. ‘Exact.’ We wandelden door het bos, totdat we bij een grote, smalle poort kwamen. We hoefden niet eens te kloppen, aangezien twee elfenwachters voor de poort Eline meteen herkenden. ‘Open de poort! De keizerin is teruggekeerd!’ ‘Keizerin? Wat meer ben je ons nog vergeten te vertellen.’ ‘Vanavond vertel ik jullie alles wat jullie willen weten.’ De poort werd geopend, en we gingen naar binnen. Iedereen was heel blij dat Eline weer terug was. ‘Het lijkt wel alsof je jaren bent weggeweest.’ merkte ik op. ‘Een jaar, om precies te zijn. Om te voorkomen dat twee zekere jongens wat overkwam.’ We moesten aan de andere kant van het rijk wezen. Daar kwamen we weer bovengronds, waar een paleisje stond, ongeveer zo groot als een twee onder een kap woning. ‘Dit is speciaal gebouwd naar aanleiding van de profetie, en zal de komende maanden jullie huis zijn.’ Er kwam een elf uit het gebouw, en natuurlijk herkende Kory hem meteen. ‘Legolas, het is een geweldige eer om u te ontmoeten.’ ‘Het is mij een eer om jullie te ontmoeten.’ ‘Was Thranduil niet keizer van het Demsterwold?’ vroeg ik. ‘Ja. Maar hij is uiteindelijk gestorven in de strijd. Legolas heeft hem opgevolgd.’ ‘Maar hoe komt het dan dat jullie allebei… Oh.’ Kory snapte er niets van. ‘Hoe komt dat dan, Wesley?’ ‘Omdat ze getrouwd zijn, suffie.’ ‘Oh.’ ‘Ik wil graag nog voor het eten vaststellen welk element jullie zijn.’ ‘Mij best.’ ‘Wie wil eerst?’ ‘Ik zal wel eerst gaan.’ bood ik aan. Eline kwam dichterbij. ‘Kory, ik heb je hulp nodig. Ik ga straks magie door je broer heen sturen, en dan moet je onthouden welke kleur je ziet.’ ‘Prima.’ Ze pakte mijn handen, en ik voelde een tinteling door mijn lichaam stromen, die veel te snel ophield, wat mij betrof. ‘Kory?’ ‘Ik zag rood.’ ‘Wesley, jij bent een vuurmeester.’ Eline herhaalde de procedure bij Kory, en ook hij bleek een vuurmeester te zijn. Onze kleren veranderde van kleur: van bruin naar rood. ‘We moeten het aankondigen. Willen jullie mij volgen?’ Eline leidde ons terug onder de grond, en via een paar gangen kwamen we op een balkon. ‘Woudelven,’ zei Eline. Iedereen keek op. ‘Zie hier, de Vuurmeesters.’ Iedereen knielde voor ons, en riep ‘Heil aan de Vuurmeesters.’ Daarna hervatte iedereen zijn of haar bezigheden, en wij gingen terug naar het paleisje. Toen gingen we eten. We begonnen met twee verschillende soorten soep, daarna een stoofschotel en kip, en vervolgens twee smaken gelei. ‘Dit lijkt misschien veel, maar je hebt de grote banketten nog niet meegemaakt. Maar als je op queesten gaat, is het eten veel eenvoudiger.’ ‘Mogen wij ook eens zo’n banket meemaken?’ vroeg Kory. ‘Jullie moeten zelfs. Magiërs hebben een hele belangrijke status. Jullie zullen je ook vaak met staatszaken moeten bemoeien, soms zelfs ongevraagd.’ Eline stond op. ‘Wat dachten jullie ervan als we jullie een wapen en een paard regelen?’ ‘Lijkt mij prima. Voor Kory denk ik ook.’ ‘Hé, ik kan best zelf antwoorden.’ We gingen eerst naar de kelder. Nadat Eline alle fakkels had aangestoken, zagen we dat het heel stoffig was. ‘Excuus, ik ben hier 1500 jaar pas voor het laatst geweest.’ ‘Dat merk ik.’ Toen ik zag hoeveel verschillende soorten wapens er lagen, het was net alsof ik in een van mijn videogames zat. Ik strekte mijn hand uit naar een simpel, maar elegant zwaard. Een hand greep mijn pols. ‘Raak de wapens niet aan.’ siste Eline. ‘Maar hoe moet ik dan een wapen kiezen?’ Ik snapte er niks van. ‘Jij kiest geen wapen, het wapen kiest jou. Iedereen moet trouwens met een zwaard leren vechten.’ Ze maakte een gebaar, waardoor de wapens tot leven kwamen. Een bijl kwam mijn kant op, en maakte een soort aanvallend gebaar. ‘Probeer de bijl maar af te weren. Het wil testen of je waardig genoeg bent.’ Ik deed mijn linkerarm omhoog, waardoor ik de bijl blokkeerde. De bijl begon steeds sneller aan te vallen. Uiteindelijk weerde ik de bijl af, en tegelijkertijd pakte ik de bijl bij het handvat, en gooide het in de muur, waar het trillend bleef steken, vlak naast Eline’s hoofd. Eline applaudisseerde. ‘Goed reflexen, maar we moeten nog aan je coördinatie werken.’ Ik voelde een duwtje tegen mijn arm. Het was de bijl. ‘Ik geloof dat het jou een waardige tegenstander vond. Voorlopig is het jouw oefenbijl. Na je meesterproef wordt er een bijl voor je op maat gemaakt. Hier is een zwaard. Zoek maar een slijpsteen, een poetsdoek, een schede, en een riel erbij uit.’ Nu moest een wapen Kory kiezen. Er duwde al gauw een dolk tegen zijn arm aan, maar om eerlijk te zijn, bakte hij er niets van. Er duwde ook een ander wapen tegen hem aan, wat ik niet herkende. Het leek op een pijl en boog, maar dan zonder de boog. Het wapen wilde hem niet eens uittesten, en bleef tegen hem aan hangen. ‘Een atlatl. Interessante keuze, maar het past wel bij je. Pak maar een pijlenkoker.’ ‘Atlatl? Ik dacht dat het een pijl en boog voor mensen was die niet sterk genoeg zijn om de boog te kunnen spannen.’ zei ik met een grote grijns. ‘Nee, Wesley, een atlatl vereist veel precisie. Een haarlengte verkeerd, en de pijl mist zijn doel.’ ‘Juist ja, volgens mij is het gewoon een pijl en boog voor mensen die de boog niet kunnen spannen.’ Eline zuchtte. ‘Laten we maar een paard gaan uitzoeken.’ In de stallen stonden een zevental paarden. ‘Alle paarden komen van Rohan, zij hebben de beste paarden. Ik zag in de hoek een mooi zwart paard. Het stond de hele tijd te bokken. Op de een of andere manier fascineerde me dit. Waarschijnlijk kwam dat omdat ik ook zo koppig ben. Ik wandelde ernaar toe, en het werd steeds rustiger, totdat het braaf stilstond. ‘Ga gerust naar binnen, Wesley.’ Ik deed de staldeur open, en het paard liet zich rustig aaien. ‘Mag ik dit paard hebben?’ ‘Maar natuurlijk. En als je je meesterproef voltooid hebt, mag je hem houden.’ ‘Hoe heet hij?’ ‘Damis, dat betekent zwart.’ Kory stond al een tijdje naar een mooi, mak, roodbruin paard met zwarte manen te kijken. Toen Kory de stal binnenging, ging het paard spontaan liggen, en liet zich ook makkelijk aaien, jammer genoeg. Het was veel leuker geweest als het paard op hol sloeg. ‘Ik wil deze graag, alsjeblieft.’ ‘Prima. Dit paard heet paard heet Logi, dat betekent vuur of vlam.’ ‘Mogen we een ritje maken?’ ‘Vanavond niet meer. Morgen misschien. Maar in jullie vrije tijd mogen jullie zoveel paardrijden als je wil. Ik zal jullie je kamers laten zijn.’ We gingen weer terug naar binnen, en we volgden Eline via wenteltrap naar boven. ‘Dit zijn jullie kamers, ze liggen naast elkaar, en zijn verbonden met een deur. In allebei de kamers ligt op de tafel een klein glazen bolletje. Trap dat kapot, en de kamer zal er uitzien zoals je wil.’ We gingen beiden onze eigen kamer in, en ik trapte het bolletje kapot, en alles kreeg een drakenthema, van Dungeons and Dragons. Nice. Toen hoorde ik een raar geluid. Ik draaide me om, en zag een klein rood, glazen vogeltje op het raam tikken. Volgens met heette zo’n vogeltje een kolibrie. Ik liet het vogeltje binnen, en het ging op mijn bed zitten. Het toverde ergens een pakketje papieren vandaan, deponeerde dat op mijn bed neer, en vloog weer door het raam naar buiten. Ik pakte de papieren op, en al bestuderende deed ik het raam dicht. Het waren twee enveloppen, en de ene getiteld Regels , de ander getiteld Rooster. Ik opende de envelop met rooster. Het rooster kwam er eigenlijk op neer dat er in de ochtend theorieles was en in de middag praktijk. In de avond hadden we vrij, net als twee dagen in de week, en nog een middag. De theorieles kon bestaan uit strategie, geschiedenis, ethiek, etc. Praktijk bestond uit magie, paardrijden, en vechten. Ik opende de envelop met regels. Daar zaten weer twee vellen in, een met algemene regels, een met regels voor magie. De algemene regels waren heel kort, 1) In je vrije tijd mag je gaan en staan waar je wilt, maar je blijft of op de paden, of je neemt de paarden mee, want die vinden altijd de weg terug. ‘Klink redelijk.’ mompelde ik. 2) Je kiest zelf hoe laat je naar bed gaat, maar als je de volgende morgen om 5:00 op moet staan, terwijl je om 2:00 besloot te gaan slapen, dan moet je niet komen klagen dat je moe bent. 3) Als het donker is, verlaat je het gebouw niet meer. 4) Geen woorden gebruiken als vet, cool, gaaf, etc. ‘De tweede en vierde klinken ook redelijk, de derde niet.’ Het blad met de regels voor magie was iets langer. 1) Geen magie gebruiken zonder dat ik (Eline) ervan weet. 2)Tijdens de magieles heb je altijd je fles mistwijn bij. Dat zit in een glazen fles waar rook lijkt af te komen en staat op je nachtkastje. Check. 3) Geen magie op aarde, uitgezonderd bepaalde plekken. 4) Op bepaalde, nog aan te duiden plekken op aarde, mag je niets magisch bij je hebben. 5) Geen magie gebruiken voor je eigen doel. 6) Altijd magie voor het goede gebruiken. ‘Niet allemaal even redelijk, of onduidelijk.’ Dit had verduidelijking nodig, dus op naar Kory. ‘Heb jij ook die papieren ontvangen, Kory?’ Ik ging op het bed van mijn broer zitten. ‘Ja. Maar van die regels voor magie begrijp ik ook niets. We kunnen het gaan vragen.’ ‘Goed idee.’ We gingen samen terug naar beneden, waar Eline net een glas wijn voor zichzelf inschonk. ‘Jullie ook?’ bood ze ons aan. ‘Nee, dank je. We lusten geen wijn.’ ‘Nee? Een glas water dan?’ ‘Ja, graag.’ We gingen zitten. Kory begon het gesprek. ‘We begrepen niet alle regels over magie.’ ‘Daar kan ik me iets bij voorstellen. Sommige dingen zul je pas echt begrijpen na je eerste les in magie. Maar ik zal proberen het een en ander uit te leggen.’ Ze nam een slok wijn. ‘Magie kost energie. Hoe meer magie je gebruikt, hoe meer energie je verliest. Als je meer wilt oefenen, moet je dat gewoon even zeggen.’ ‘Wat als al je energie op is?’ ‘Als al je energie op is, wel, laten we zeggen dat daar het verhaal van spontane ontbranding vandaan komt.’ ‘Kan je je energie weer aanvullen?’ vroeg Kory. ‘Ja, daarom moet je altijd dat flesje mistwijn bij je hebben. Dat kan een groot deel van je energie aanvullen, net als vuur.’ ‘Dat laatste is omdat we vuurmagiërs zijn?’ ‘Ja.’ ‘Waarom mogen we geen magie op aarde gebruiken, of iets magisch bij hebben? Jij hebt dat toch ook gedaan?’ ‘Geloof me, ik zou het niet gedaan hebben als het anders kon. Je mag op aarde geen magie gebruiken, omdat de meeste mensen er niet mee om kunnen gaan. Velen zijn erdoor al tot waanzin gedreven.’ ‘Waanzin?’ vroeg ik. ‘Klopt. De hersenen kunnen er niet mee omgaan.’ ‘Maar waarom mogen we dan geen magische items bij ons hebben?’ ‘Om twee redenen. Ten eerste, in bepaalde plekken kun je geen magie gebruiken. Ik zal jullie eens naar zo’n plek meenemen. Er is daar een soort anti-magisch veld. Als je daar magische spullen bij je hebt, wordt het beslist je dood. Ten tweede, bepaalde groepen mensen hebben al eerder aanrakingen met magie gaat, en niet altijd even goed. Ze kunnen soms magische dingen voelen. Als je dan magische dingen bij je hebt, zullen ze je beslist vermoorden.’ ‘Dat is handig om te weten.’ zei Kory, duidelijk geschrokken. ‘Hoe komt het dat we eigenlijk tussen werelden kunnen reizen? Bestaan er nog meer werelden?’ ‘We kunnen door middel van portalen tussen werelden reizen. Die portalen kunnen bestaand zijn, of zelf gemaakt. Je kunt wel alleen portalen maken of openen als je een Ether magiër bent. Wat andere werelden betreft, bijna alle boeken die je leest, zijn waargebeurd, en kun je naar toe reizen.’ Al dat gepraat begon me eerlijk gezegd de keel uit te hangen. ‘Ik ga slapen.’ geeuwde ik. ‘Ik ook.’ zei Kory. ‘Prima. Als er iets is, kan je altijd mijn kamer binnenlopen. Ik slaap bijna nooit.’ glimlachte Eline zwakjes.
De volgende dag stonden we rond zeven uur, schat ik. In de eetkamer stond een sober ontbijt. Eline was in geen velden of wegen te bekennen. Toen we klaar waren, kwam Eline net binnen wandelen. ‘Goedemorgen.’ ‘Goedemorgen, Eline.’ zeiden we in koor. ‘ Waar was je?’ vroeg ik. ‘Staatszaken wachten niet tot jullie wakker zijn, Wesley.’ Eline klonk duidelijk geamuseerd. ‘Hebben jullie zin in een ritje te paard?’ We gingen naar de stallen, waar Eline ons alles gaf wat we nodig hadden. ‘Hebben jullie al eens paard gereden?’ ‘Ik niet, maar Wesley wel.’ zei Kory. ‘Dat is niet erg. Ik zal je uit leggen je het paard moet zadelen. Eerst leg je het dekje op de rug, en vervolgens het zadel erbovenop. Iets naar voren. Zo, ja.’ ‘En nu?’ ‘Nu moet je de singel vast maken. Het zadel zit nu vast, maar je moet het paard nog een hoofdstel omdoen.’ Ik had mijn paard al lang en breed klaar. ‘De neusriem eerst. Hij mag iets vaster. Dan het bit in de mond.’ ‘Doet dat geen pijn?’ ‘Nee hoor, hij voelt er nauwelijks iets van. Nu de keelriem, en de frontriem. De frontriem mag iets losser. Prima. Neem hem maar mee naar buiten.’ We namen onze paarden mee naar buiten. Eline kwam even later naar buiten op de rug van een sneeuwwit paard. Ik steeg alvast op. ‘Kory, zet je linkervoet in de stijgbeugel, en zwaai dan je ander been over de rug van je paard heen.’ Kory steeg met moeite op. Ik moest moeite doen om niet in lachen uit barsten. Ik steeg ook op. ‘Druk je hielen maar langzaam in de flanken, Kory.’ Kory zette het paard aan tot stap. Eline en ik volgde Kory. Nadat we een tijdje zo door het landschap hadden gereden, begonnen Damis en ik ongedurig te worden. Eline merkte het. ‘Kory, denk je dat je het aandurft om in draf over te gaan?’ ‘Ik denk het.’ We gingen over tot draf. Kory zag er niet uit alsof hij het erg leuk vond. Toen viel er plots een tak uit een boom naar beneden. Terwijl Eline’s paard rustig bleef, schrokken zowel Damis als Logi verschrikkelijk. Damis kalmeerde redelijk snel, maar Logi schrok zo dat hij ervandoor ging. Ik kan je vertellen dat Kory het niet leuk vond. ‘Wesley, ga over tot galop! Straks rent Logi de rivier in.’ We galoppeerden Kory achterna. Het lukte Eline om de teugels, die Kory inmiddels had losgelaten, vast te pakken. ‘Logi, hyr!’ Het paard spitste zijn oren. ‘Aetsitt, Logi, aetsitt.’ Logi kalmeerde, en stopte. Ik steeg af, en hielp mijn broer om van het paard af te komen. Het paard stond te trillen op zijn benen, en Kory eerlijk gezegd ook. ‘Gaat het, Kory,’ vroeg ik. Waarom was ik nu opeens zo bezorgd om hem? Misschien omdat ik de oudste was? Was ik dat eigenlijk wel? Ik gaf mezelf op de kop. Ik moest nu maar eens ophouden met al dat nadenken. Eline was ondertussen bezig om Logi te kalmeren. ‘Rustig maar, jongen, rustig maar.’ fluisterde ze. Toen kwam er een vogeltje naar haar toe vliegen, wat voor haar bleef hangen, en opgewonden begon te kwetteren. ‘Wat zeg je?’ vroeg Eline ‘Hoever en hoeveel?’ Het vogeltje kwetterde verder. ‘Een zwarte ruiter, zeg je? Dank je voor je hulp.’ ‘Is er iets?’ vroeg ik. ‘Problemen. Er komt een groep Orks aan. Niet veel, maar voldoende om flink lastig te zijn.’ ‘Kunnen we helpen?’ ‘Nee. Jullie weten nog niet hoe jullie jezelf moeten verdedigen. Ik kan ze hebben, maar het helpt als ik weet dat jullie veilig zijn.’ Ik zette een stap naar voren. ‘We gaan niet weg.’ ‘Ik had geen idee dat mensen zo koppig konden zijn als dwergen. O, wat jij wil.’ Eline fluitte en de paarden kwamen om haar heen staan. Ze zei iets tegen de paarden, die ervandoor gingen, met Eline’s paard aan kop. ‘Waarom deed je dat?’ ‘Ze kennen een veilige plek in de buurt. Ze komen weer terug als alles veilig is.’ Ze klonk lichtjes geïrriteerd. ‘En nu jullie.’ Ze maakte een soort bol van licht, die ze naar ons toe wierp. Daardoor zaten we in een soort doorzichtige bol. ‘Wat is dat?’ vroeg ik argwanend. ‘Een magisch schild. Jullie zullen het zelf in stand moeten houden. Dat doe je door elkaars handen vast te houden, en je vrije hand op de wand van de bol te leggen.’ ‘Zo?’ ‘Ja, precies. Luister goed, wat er ook gebeurt, kom niet uit de bol. Begrepen?’ ‘Ja, Eline.’ Eline spande haar boog, en wachtte. We wachtten allemaal. Toen kwamen de eerste Orks tevoorschijn, die onmiddellijk neergeschoten werden. Er kwamen steeds meer Orks tevoorschijn. Met een handgebaar werd een tiental Orks verzwolgen door een stel doornenhagen. Een volgend stel werd verzengd door vuur. Er bleven er nog maar een paar over. Ze trok haar zwaard, en doodde de laatste zo. Toen we er zeker van waren dat er geen Orks meer waren, lieten we onze handen los. Op dat moment kwam er nog een vijftigtal Orks tevoorschijn, net als een zwarte ruiter op een zwart paard. Geen Nazgul. We pakten vlug onze handen weer vast. De Orks omsingelden Eline, maar wachtte blijkbaar op een bevel, want ze deden niets. ‘Wel, wel.’ zei de zwarte ruiter ‘Als ik niet beter wist zou ik zeggen dat je me probeert te vermijden.’ ‘Dat doe ik ook.’ antwoordde Eline rustig. ‘Werkelijk.’ spotte de ander. Toen pas zag hij ons staan. ‘Ik zie dat je twee nieuwe hebt gevonden.’ ‘Dat klopt.’ ‘Dan zal ik jou niet doden, maar hen.’ Hij creëerde meerdere vuurballen, die hij achter elkaar naar ons toe gooide. Ze ketsten allemaal op de bol af. ‘Een krachtveld. Slim. Maar zij kunnen het niet gemaakt hebben. Ze zijn geen Ether. Dus moet jij het hebben gemaakt.’ Hij draaide zich terug naar Eline. ‘Hef het krachtveld op.’ ‘Nooit.’ Eline keek hem recht aan. ‘Je weet dat ik je elk moment kan laten doden?’ vroeg de ruiter. ‘Je zult het nooit doen.’ ‘Ik had 1500 jaar geleden af moeten maken wat ik begonnen was.’ ‘En dan? Je wist dat dat geen zin had.’ Ik zag dat de Orks zich klaarmaakten om Eline uit te schakelen. Ik liet Kory’s hand los, en stapte de bol uit. ‘Wat doe je nou, Wesley?’ Kory bleef de bol in stand houden. ‘Blijf in de bol, Kory.’ Ik bootste de fluittonen van Eline na, en binnen de kortste tijd stonden de paarden daar. Ze stormden op de Orks af, en vertrapte ze onder hun hoeven. Ik pakte een paar stenen op, en smeet die naar de Orks. Eline knielde, en zette haar handen op de aarde. Die begon te beven, en takken begonnen van de bomen te vallen. Het paard van de zwarte ruiter schrok. ‘Terugtrekken!’ riep de zwarte ruiter. Toen alle Orks weg waren, stopt de aarde met beven. Eline liep naar ons toe. ‘Ik had je toch gezegd dat je in de bol moest blijven? Je hebt niet geluisterd.’ ‘Ja, maar..’ ‘Niets te ja, maar. Ik ben namelijk nog nooit zo blij geweest dat iemand niet luisterde.’ Kory grinnikte. ‘En volgens mij wordt het hoog tijd dat jullie wat magie leren, zodat jullie jezelf kunnen verdedigen.’ ‘Wie was dat eigenlijk?’ Eline’s gezicht betrok. ‘Garian. Eerste luitenant van Sauron.’ ‘Je klinkt alsof je er niet over wilt praten.’ ‘Liever niet. Misschien vertel ik het jullie wel eens. Zullen we terug gaan?’ ‘Lijkt me een goed idee.’

**********
Garian

Ik wandelde naar mijn meester toe, die aan een soort altaar een boek stond te bestuderen. ‘Is het gelukt, Garian?’ ‘Nee, meester. Maar ik heb nieuws.’ De meester draaide zich om. ‘Heb je alweer gefaald? Ik hoop voor je dat je nieuws de moeite waard is.’ ‘Ze heeft twee nieuwe leerlingen.’ ‘Werkelijk? Ik dacht dat ze nooit nog een leerling zou nemen.’ ‘Het zijn twee jongens. Een brutale en een schuwe.’ ‘Vuurmeesters, hmm?’ De meester kwam van de verhoging af. ‘Die brutale, lijkt die op jou?’ ‘Absoluut. Zo ongehoorzaam als wat.’ ‘We zullen hem eens een bezoekje brengen. Of liever gezegd, jij gaat dat doen.’ ‘Vandaag?’ ‘Nee. Over een paar dagen. Goed gedaan. Je kunt gaan.’ ‘Ja, meester.’ Terwijl de meester terugging naar zijn boek, verliet ik de kamer. Ik hoorde hem nog net iets zeggen. ‘Weylyn. Jij zult mij dienen. Maar eerst, zul je hetgene doen wat Garian niet kon. Je zult je broer in mijn naam doden.'


Een licht in de nacht

Wesley

Eline leidde ons naar buiten, wat ik raar vond, aangezien vuur en al die bomen mij niet zo’n goede combi leek. ‘Ga daar maar staan, op die twee kale plekken.’ We gingen er staan, en ik was onzeker over wat er nu ging gebeuren. Eline kwam voor ons staan. ‘Ik zal jullie de eerste regel van vuurmagie demonstreren.’ Eline liet ineens vuur om ons heen verschijnen, en ik schrok verschrikkelijk. Ik sprong achteruit, maar het vuur hield ons gevangen. En het deed ons niets. ‘Was het nu echt nodig om het ons zo duidelijk te maken, Eline?’ ‘Als ik het gewoon verteld had, had je het dan geloofd?’ Daar moest ik even over nadenken. ‘Waarschijnlijk niet. Maar je mag het vuur nu wel doven.’ ‘Nog niet. Er is nog een maar aan verbonden.’ ‘Ik had het kunnen weten.’ zuchtte ik. ‘Er zal ook eens geen adder onder het gras zitten.’ ‘Zolang je controle hebt over het vuur, kan het je niet deren. Maar nu laat ik de controle een beetje varen…’ Het vuur werd een stuk heter. ‘Wees dus voorzichtig met oefenen.’ Met een handgebaar liet Eline het vuur weer verdwijnen. ‘Je kunt zelf ook vuur creëren. Stel je voor dat je alle warmte in je lichaam verzamelt. Dan laat je de warmte naar je vinger stromen. Je maakt het heter en heter, totdat het je lukt om je vinger in brand te zetten. Probeer maar.’ Nu klinkt dat heel simpel, maar dat is het niet. Na een tijdje lukte het mij, om mijn vinger vlam te laten vatten. Kory was het echter nog niet gelukt. ‘Weylyn,’ ‘Wesley, alsjeblieft. Ik ben nog niet aan Weylyn toe.’ ‘Zoals je wilt. Je mag alvast proberen om nu je hele hand in brand te ontsteken, terwijl ik Kory help.’ ‘Prima.’ Een hele hand in brand zetten is niet eenvoudig, en kost veel energie. Toen het eenmaal gelukt was, besloot ik om op eigen houtje verder te gaan, aangezien Eline nog steeds bezig was met mijn broer. Ik voelde wel dat ik vermoeider werd, maar ik besteedde er geen aandacht aan. Toen begon het wazig te worden voor mijn ogen, en ik begon te wankelen. ‘Wesley, gaat alles wel goed?’ vroeg Eline. ‘Alles gaat prima.’ wist ik nog net uit te brengen, voor ik flauwviel. Ik had geen idee hoelang ik buiten westen was, maar toen ik wakker werd, zaten Eline en Kory naast mij geknield. ‘Dwaas,’ zei Eline. ‘Je hebt geluk dat ik je nog op tijd wat van mijn energie kon geven, anders was je nu in een hoopje as veranderd. Ik had je toch gewaarschuwd.’ Ik probeerde overeind te gaan zitten, maar mijn lichaam liet het afweten. ‘Hier, neem een slokje mistwijn. En doe nooit meer van dat soort gevaarlijke dingen.’ ‘Ik wilde alleen…’ ‘Je wilde indruk maken, en je dacht dat je het zelf allemaal wel kon inschatten. Waar of niet?’ ‘Ja.’ zei ik beschaamd. ‘Voor vandaag geen magie meer. Jullie hebben nog een uurtje vrije tijd voor de maaltijd. Kory, je mag nog een kwartiertje oefenen, maar niet langer.’ ‘Ik denk dat ik het er voor vandaag bij laat.’ Ik ging naar de bibliotheek. Niet omdat ik nou zoveel van boeken hou, maar omdat ik moest nadenken. Ik had Eline duidelijk teleurgesteld. Als ik nou extra kon oefenen, kon ik morgen tonen dat ik beter was dan Kory. Nu kan het niet meer, dus moest ik deze nacht naar buiten sluipen, en dan oefenen. Plots viel er een boek boven op mijn hoofd. Zo’n echt ouderwets, loodzwaar boek, met van die dikke gouden sloten. Ik maakte het boek open, en begon te lezen. Er stond een profetie in, over twaalf verloren kinderen. Dus dat ging ook over mij en Kory. Ik nam het boek mee, en liet het aan Kory zien. ‘Waarom heeft ze hier ons nooit iets over verteld?’ fluisterde Kory. ‘Eh, Kory, we zijn hier pas anderhalve dag. Maar als het je geruststelt, kunnen we het wel vragen.’ ‘Doen we.’ We gingen naar beneden, waar Eline aan de tafel zat te werken. Ik legde het boek voor haar neer. Ze keek verstoord op. ‘Waarom heb je dit voor ons verzwegen?’ ‘Heb ik ooit gezegd dat deze profetie niet bestond?’ ‘Nee, maar…’ ‘En heb ik ooit beweerd dat je dit niet mag lezen?’ ‘Nee, maar….’ ‘Kijk, als ik het je meteen had verteld, had je er niets van begrepen. Bovendien denk ik dat je er nu nog niets van begrijpt.’ ‘Klopt.’ ‘Eerlijk gezegd, begrijp ik er ook niet altijd evenveel van. Het is duidelijk dat ik de verloren twaalf moet zoeken. Ook duidelijk, is dat er twee van elke magie soort zijn,’ ‘Ik tel vijf soorten.’ ‘Necromantie. Het vierde couplet bevat volgens mij een voorspelling voor elk element. De eerste regel is voor jullie.’ ‘Huh?’ ‘Vermiljoen is een tint rood.’ ‘Ah. En voor welk vuur moeten we nu precies oppassen?’ Eline sloeg het boek dicht. ‘Ik vrees dat we dat pas achteraf weten, misschien pas als het te laat is.’ ‘Héél geruststellend.’ Eline keek me aan. ‘Wie heeft ooit gezegd dat het hier veilig was?’ Ik grijnsde. Deze wereld beviel me steeds beter. Veel beter dan school. ‘En is het de bedoeling dat we deze wereld veilig gaan maken?’ ‘Nee, om te voorkomen dat hij vernietigd wordt.’ Een onveilige wereld die op de rand van vernietiging staat. Wat wil een mens nog meer. ‘Hoe graag ik ook verder zou praten, ik heb nog aardig wat papieren door te werken. Dus tenzij jullie willen helpen…’ ‘Ja, wij gaan maar eens slapen.’ ‘Dat dacht ik al.’ We gingen naar boven. Ik ging op bed liggen, maar kon de slaap niet vatten. Ik stond op, en klopte op Kory’s deur. ‘Kory?’ De deur ging onmiddellijk open. ‘Jij kan ook al niet slapen?’ vroegen we tegelijk. Ik ging op de rand van Kory’s bed zitten. ‘Ik heb het verprutst vanmiddag, nietwaar.’ ‘Een beetje.’ ‘Ik ga het goedmaken. Straks glip ik naar buiten, en ga ik oefenen. Ga mee, dan kunnen we indruk maken.’ ‘Ben je helemaal gek geworden? Je hebt gezien wat er vanmiddag gebeurde, straks sterf je!’ ‘Ik pas heus wel op, en ik neem genoeg Mistwijn mee.’ ‘Ik kan je niet tegenhouden. Daarom geef ik je mijn ketting mee. Maar onthoud, als je gemist wordt, ga ik niet voor je liegen.’ ‘Bedankt, broer.’ Ik omhelsde Kory, en glipte de gang op. Het lukte me om de begane grond te bereiken, zonder gezien te worden. Toen hoorde ik voetstappen van een stel wachters. Ik dook in een of andere kamer. Het was een grote bibliotheek, en aan het einde zag ik een kiertje licht. Ik duwde de deur iets verder open, en zag Eline staan, en hoorde haar met iemand praten, die ik niet zag. ‘Kory is de leider, maar hij weet het alleen nog niet.’ Wacht even Kory, leider? ‘Wesley, wel, eerlijk gezegd, ik maak me zorgen over hem. Hij is net Garian. Als hij dezelfde kant op gaat…’ Mijn hoofd tolde. Ik, net als Garian? Ik wandelde naar buiten, en wonder boven wonder werd ik niet gesnapt. Hoewel dat misschien beter was geweest. Ik zoog de frisse buitenlucht in. Iets in mij wilde terug naar binnen gaan. Kom op, Wesley, niet zo bang zijn. Ik riep het vuur op, en wakkerde het aan. Na een tijdje begon ik moe te worden, dus stopte ik. Het was maar goed dat ik mijn Mistwijn bij me had. Ik probeerde het nog eens, en toen zag ik weer die spottende grijns van Garian voor me. Op de of andere manier, struikelde ik, waardoor ik mijn brandende hand op de bladeren legde. De bladeren vatten meteen vlam, en binnen de kortste keren was ik omringd door de vlammen. Ik wou opstaan, maar viel met een kreet terug, vanwege een steek van pijn in mijn enkel. Pas toen besefte ik, dat toen ik de controle verloor, mijn brandende hand echt brandde. Hij zag er niet goed uit, en deed vreselijke pijn. Maar dat was wel het minste van mijn zorgen, want het vuur begon akelig dichtbij te komen. Ik pakte Kory’s ketting vast. Kwam die ook uit deze wereld? Ik dacht aan Kory. Zou hij het al verteld hebben? Ik hoopte het. In het donker zag ik een schim, en ik hoopte dat diegene mij kwam helpen. Pas toen zag ik dat het Eline was, die dwars door het vuur liep, zonder dat het vuur haar deerde. Ze tilde mij op, en bracht mij snel uit het vuur, zonder een woord te zeggen, en legde me tegen een boomstam. Daarna keerde ze zich om, en doofde het vuur. Daarna kwam ze weer terug naar mij. Ze pakte mijn enkel, en ik voelde een soort tinteling. Toen Eline klaar was, voelde mijn enkel zo goed als nieuw aan. Blijkbaar bezat Eline genezende krachten. Daarna pakte ze voorzichtig mijn verbrande hand vast, en die genas ze ook. Ze stond op, en liep weg. Ik raapte mijn moed bijeen, en vroeg: ‘Bent u boos op mij?’ ‘Nee.’ zei ze, ‘Nee, ik ben niet boos. Eerder teleurgesteld. Maar je mag blij zijn dat het niet slechter is afgelopen.’ Toen liep ze weg, en ik zag dat ze een beetje mank liep. Vreemd, dat was net niet zo. Ik bleef nog even zitten, en ging daarna weer terug naar binnen. Toen ik eindelijk de slaap vatte, droomde ik over een vurig paard, met een zwarte ruiter……

***********
Garian

Ik was net klaar met mijn avonddienst bij smeden van wapens. Je kan dat ten slotte niet aan een bende hersenloze Orks overlaten. Ik liep langs de deur van mijn meester, toen ik hem tegen zichzelf hoorde praten. ‘Dit is de eerste stap, Weylyn. Binnenkort zal je mij dienen, en zal je je broer doden.’ De vloer kraakte. ‘Garian. In plaats van aan de deur te luisteren zou je beter binnenkomen.’ Ik duwde de deur iets open, en glipte naar binnen. ‘Is het bijna tijd, meester? Zal ik Weylyn een bezoekje brengen?’ ‘Niet zo gehaast, mijn jonge vriend. Eerst moet Weylyn zelf beseffen dat hij het niet met Eline eens is. Maar je mag wel voortaan elk uur van de dag wakker blijven om hem in de gaten te houden.’ zei mijn meester met een suikerzoete stem. Ik kreunde. ‘Of is dat teveel gevraagd? Moet ik gaan twijfelen waar jouw loyaliteit ligt?’ ‘Nee, nee.’ zei ik verschrikt. ‘Het is me een grote eer.’ ‘Hmm. Ik zal je toch nog helpen herinneren waarom je mij dient. Je kunt gaan.’ Ai, dat is niet best. Ik ging snel weg. Mijn rug deed nog pijn van de vorige keer, dat mijn meester mij hielp herinneren. Te zijner tijd zou ik wraak nemen op de jongen, zodra mijn meester hem niet meer nodig had. Hij zou maar beter lang nuttig blijven, voor zijn eigen bestwil.

*********
Wesley

De volgende ochtend werd ik wakker met een barstende koppijn, en met een gigantisch schuldgevoel. Wat dacht ik wel niet? Ik ging naar beneden, en pakte een glas wijn. Net toen ik een slok wou nemen, pakte iemand mijn hand. ‘Je moet je zorgen niet proberen te verdrinken. Ze blijven verbazingwekkend goed drijven voor zulke zware dingen.’ ‘Kory? Waar haal je die wijsheden vandaan op de vroege morgen?’ Hij kwam naast me zitten. ‘Ik ga er maar vanuit dat het vanavond niet zoals gepland ging?’ ‘Dat is nog voorzichtig uitgedrukt.’ Toen kwam Eline binnen. Boven de rand van een van haar schoenen, zag ik een restje verband. Ook was haar rechterhand in het verband gewikkeld. Dezelfde hand die ik verbrand had. ‘Wat is er gebeurd?’ Ik boog mijn hoofd, in afwachting van een stroom van verwijten. ‘Ach, een ongelukje. Ik was thee aan het maken, toen ik struikelde, waarbij ik mijn enkel verzwikte, en mijn hand brandde aan het gemorste theewater.’ Ik keek met een ruk op. Waaraan had ik dat verdiend? ‘Ik had in eerste instantie voor vandaag zwaardvechten bedacht, maar dat gaat nu een beetje moeilijk. Wat dachten jullie van wat lessen in de Lanwe o i Yesse, de taal waarin spreuken worden gesproken, en waarin Iluvatar Arda schiep?’ Kory vond het geweldig. Ik iets minder, maar dat was nog altijd beter dan een berg verwijten. Maar hoe wist Eline dat ik buiten was? ‘Eline, zou ik u kunnen spreken na het eten?’ ‘Maar natuurlijk, Wesley.’ Als Eline er al verbaasd over was, liet ze het niet merken. ‘Wat doe je?’ vroeg Kory. ‘Ik weet het niet.’ Dat was de waarheid, ik wist het echt niet.’ Na het ging Eline me voor naar de bibliotheek. ‘Nogmaals mijn verontschuldigingen voor gisteravond.’ ‘Nergens voor nodig. Denk je soms dat dit soort ongelukjes niet vaker gebeuren?’ ‘Hoe wist u dat ik in gevaar was.’ ‘Voor dat ik je vraag kan beantwoorden, heb ik een wedervraag; had jij soms je broer’s ketting bij?’ ‘Ja, hoe weet u dat?’ ‘Jullie kettingen komen uit deze wereld. Ze zijn een bescherming tegen het kwaad. Zo heb ik jullie gevonden, omdat jullie kettingen een oproep deden.’ ‘Maar wat heeft dat met vannacht te maken?’ ‘Je broer moet via zijn ketting jouw angst gevoeld hebben, en die heeft hij in zijn slaap aan mij doorgegeven. Op die manier wist ik dat je hulp nodig had.’ ‘Hoe hebt u mijn verwondingen overgenomen?’
[/b]

Nofomoa
Site Admin
Berichten: 195
Lid geworden op: 30 jan 2018, 14:12

Wow :)

Bericht door Nofomoa » 08 feb 2018, 23:08

Wat gaaf, Eline! Ik ben begonnen met lezen, maar nog lang niet klaar. En wat leuk dat je het met ons wil delen :)
We don't stop playing because we grow old. We grow old because we stop playing. (George Bernard Shaw)

Gast

Bericht door Gast » 09 feb 2018, 16:41

Benieuwd naar het vervolg, maar neem vooral je tijd voor de structuur. Prachtig geschreven met veel fantasie :)

Plaats reactie